Van A naar B als rolstoelgebruiker
Als je iemand kent die in een rolstoel zit of zelf een rolstoelgebruiker bent, dan weet je dat de meeste rolstoelgebruikers bijna alles kunnen doen wat mensen zonder rolstoel ook kunnen, maar dan met een beetje extra hulp. Dat geldt ook voor vervoer. In dit blog lees je de verschillende manieren waarop rolstoelgebruikers zich van A naar B begeven.
Openbaar vervoer
Ten eerste maken veel rolstoelgebruikers gebruik van het openbaar vervoer. In Nederland is het zo geregeld dat bijna elk soort openbaar vervoer berekent is op reizigers in een rolstoel. Bijna elke bus heeft een uitklapbaar oprijplateau zodat rolstoelgebruikers het voertuig makkelijk in en uit kunnen rijden. Ook zijn er in bijna elke bus speciale plaatsen voor rolstoelgebruikers. Daarnaast houdt ook de NS rekening met rolstoelgebruikers. Ze kunnen namelijk reisassistentie aanvragen, die op het afgesproken tijdstip op het afgesproken station te wachten staat om de rolstoelgebruiker de trein in te helpen.
Een speciale rolstoelauto
Als er een rolstoelgebruiker in het gezin is, kan ervoor worden gekozen om een rolstoelauto aan te schaffen. Meestal is dit eerder een busje dan een auto, want een rolstoel neemt natuurlijk veel ruimte in beslag. Daarnaast is het ook voorzien van een oprijplateau om de auto makkelijk te kunnen betreden.
Rolstoelgebruikers zelf laten rijden
Waarschijnlijk staan niet-rolstoelgebruikers hier weinig bij stil, maar sommige rolstoelgebruikers kunnen zelf autorijden. Vaak gebeurt dit wel in een aangepast voertuig. Afhankelijk van het soort beperking, kan zo’n auto verschillende aanpassingen hebben. Zo kan de bestuurdersstoel aangepast worden zodat hij 90 graden kan draaien. Zo kan de bestuurder de auto makkelijker in- en uitstappen. Daarnaast kan er ook een rem geïnstalleerd worden die met de hand gedoseerd kan worden. Dit kan van pas komen voor personen die controle hebben over maar één been, maar voor de rest prima auto kunnen rijden.